Chaldea - het Z. deel van Babylonië*, waar sedert de 11e eeuw v. Chr. een hali-nomadische bevolking, de Chaldeeën, binnendrong, vermoedelijk van het Z. uit. Reeds den Nieuw-Assyrischen koningen maak, en deze Chaldeeën het erg lastig; zij stichtten, met steun van Elam, kleine staatjes in het Z., waarvan Bit-Jakin ’t meest bekend is. Zij wisten zich, op den duur, meester te maken van de regeering van Babylonië: zij waren de koningen van het Nieuw-Babylonische rijk, door Nabopolassar gevestigd.
Na de vernietiging van dit rijk kreeg de naam Chaldeeër, in plaats van de politieke beteekenis, den zin van astroloog, waarzegger (reeds Dan. 1, 4 enz ); bij de klassieke schrijvers is het een beroepsnaam geworden. Over „Ur der Chaldeën”, zie OER.