Catullus - (Caius Valerius), wsch. 84—54 v. C., de meest oorspronkelijke Rom. dichter, geb. te Verona, behoorde tot een aanzienlijke en welgestelde familie, die met Caesar bevriend was. Hij kwam reeds vroeg te Rome, waar zijne liefdesbetrekking met Clodia, de 2de zuster van den volkstribuun P. Clodius Pulcher, door hem onder den naam „Lesbia” bezongen, het onderwerp zijner eerste gedichten werd. Zij was ± 10 jaren ouder .dan hij en gehuwd met Q. Caecilius Metellus Geler, die in 59, naar men geloofde aan vergiftiging, stierf. In 68 eindigde hunne verhouding (vlg. het beroemde gedicht 76) en in het volgend jaar ging C. naar Bithynië, waar hij het graf zijns broeders bezocht, welk bezoek hii in het roerende gedicht 101 heeft beschreven.
Teruggekeerd mengde hij zich in de politiek van den dag zonder echter ambten te bekleeden: in vinnige verzen ging hij tegen Caesar te keer, met wien hij zich later verzoende, en tegen Mamurra. Hij was bevriend met Corn. Nepos en Cicero en behoorde tot den kring der jongere dichters, die zich de Alexandrijnen tot voorbeeld stelden. Men vindt voortreffelijke vertalingen van vele zijner gedichten in R. Westplial, Catulls Gedichte u.s.w. Breslau 1867 en in Th. Heyse, Catull’s Buch der Lieder, Berlin 1889.