Cappelle - (Jan van de), Noordnederl. zeeschilder, zoon van den carmozijnverver Franchoys van de Capelle, geb. te Amsterdam 1624/25, gest. aldaar 1679. Zijn voorbeeld was Simon de Vlieger, hoewel hij wellicht niet diens leerling geweest is. Hij bezat trouwens, blijkens denbekenden inventaris van zijn boedel, ongeveer 1300 teekeningen van dezen bekenden zeeschilder. Gerbrand van den Eeckhout prijst hem in een familieboek-gedichtje als autodidact.
In ieder geval zette hij de zaak van zijnen vader voort en is hij een zeer welgesteld en kunstzinnig man geweest, in wiens bezit behalve huizen en andere roerende en onroerende goederen ook o. a.500 teekeningen van Rembrandt genoemd worden.—Zijne werken, meestal breede watervlakten, riviermondingen met vele schepen onder hooge lucht, zijn gemakkelijk te herkennen. V. d. C. was vooral een der beste lucht-schilders, die de steeds afwisselende belichting van de wolkengroepen zeer persoonlijk weergeeft, soms zelfs ook de gesluierde zon zelf mede schildert. Met Willem v. d. Velde d.j., Simon de Vlieger en soms Jacob v. Ruysdael moet hij onder de voornaamste schilders van marinestukken gerekend worden; zijn werken zijn veelal in Engelsch particulier bezit, maar ook in de Openbare Musea te Amsterdam, Antwerpen, Berlijn, Weenen, Stockholm en Petersburg te vinden. Zijn winterlandschappen, met hun wat slap kronkelende boomen staan in de filiatie van Aert van de Neers bekende stukken (zie o.a. den Haag, Mauritshuis). Er zijn ook teekeningen van hem (Amsterdam, Prentenkabinet) en slechts twee etsen van winterlandschappen (uiterst zeldzaam; exemplaren o.a. te Amsterdam) Vele zijner werken zijn in de 18e eeuw in prent gebracht door Duret, Beauvarlet, Sallieth.
Zijn portret is geschilderd door Rembrandt, Frans Hals en Gerbrand v. d. Eeckhout. Litteratuur in ThiemeBecker’s Künstlerlexikon. Zie verder vooral Fred. C. Willis, Die Niederländische Marinemalerei, 1910.