Capadose

betekenis & definitie

Capadose - (Abraham), Nederl. letterkundige, vriend van da Costa en Bilderdijk, 1795 — 1874', geneesheer te ’s-Gravenhage. Hij was Portugeesch Israëliet en liet zich 20 Oct. 1822 met da Costa doopen; hij schreef o.a.: Jehova-Jezus (3 dln., 1834 — 45); De Hervorming verdedigd (1856); Revolutie en contrarevolutie beschouwd uit een schriftuurlijk oogpunt (1860); Herinneringen uit Spanje (1864). Zijn zoon was Isaac C., geb. 1834; wijdde zich aan het werk der Evangelisatie; hij schreef: Edmund Burke. Overzicht van het leven en de schriften van een antirevolutionnair staatsman (1857); Nederlandsche gedachten (1863); De hoop der uitredding (1865), enz,