Canovas del Castilio

betekenis & definitie

Canovas del Castilio - (Don Antonio), Spaansch staatsman, geboren 1828 te Malaga, schreef reeds vroeg letterkundige en historische werken, werd hoofdredacteur van de Patria, in 1852 lid der Cortes, 1855—57 chargé d’affaires in Rome, 1857 gouverneur van Cadix, 1864 minister van binnenlandsche zaken, 1865 van financiën en koloniën; na de revolutie van 1868 werd hij de leider der Alfonsisten en de ziel van de beweging, die den staatsgreep van Pavia en de troonsbestijging van Alfonso XII (31 Dec. 1874) tengevolge had; hij werd daarop eerste minister, moest in 1875 aftreden maar werd nog het zelfde jaar opnieuw hoofd van het kabinet en wist den opstand der Carlisten te onderdrukken. In 1879 trad hij af, maar kwam ook thans weder spoedig aan het bewind, toen in Cuba een opstand was uitgebroken, dien hij wist te onderdrukken. Na den dood van Alfonso XII trad hij af, werd vervangen door Sagasta, en was eenigen tijd president der Kamer; van 1890 — 92 was hij weer eerste minister, en voorts nog van 1895 tot zijn dood; 8 Aug. 1897 werd hij in de badplaats Santa Agueda door een Ital. anarchist, Angiolillo, gewond, en overleed kort daarop; C. werd op staatskosten begraven; zijn weduwe werd tot hertogin verheven. Zijn voornaamste werken zijn: La campana de Huesca (1852); Problemas contemporaneas (1884); Estudios del reinado de Felipe IV (1888 vv.).