Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Campanella (Thomas)

betekenis & definitie

Campanella (Thomas) - Italiaansch wijsgeer, 1568—1639, geb. te Stilo in Calabrië, vatte aan de academie te Cosenza door Telesius’ invloed een afkeer op tegen Aristoteles en de scholastiek. Om zijn politieke gevoelens werd hij in 1599 door de Spaansche regeering in de gevangenis geworpen, waarin hij bijna dertig jaar doorbracht, herhaaldelijk gefolterd werd en de meeste zijner werken schreef. Door bemiddeling van paus Urbanus VIII eindelijk vrijgelaten, ging hij, opnieuw vervolgd, naar Parijs, waar hij stierf. Zijn talrijke geschriften handelen over filosofie, astronomie, medicijnen, theologie en staatswetenschap.

De voornaamste zijn: Philosophia sensihus demonstrata (1696); De sensu rerum et magia (1620); Realis philos. epilogisticae partes lV(1623), waarvan een aanhangsel is de Civitas Solis (zonnestaat); Atheismus triumphatus (1631), en zijn hoofdwerk: Universalis philosophia (1638). C. neemt twee kenbronnen aan: het geloof, steunende op den codex scriptus der Bijbelsche openbaring, en de zinnelijke waarneming, gericht op de openbaring van den codex vivus der natuur „de levende spiegel, die ons Gods aangezicht teruggekaatst vertoont”. De oerkrachten der natuur zijn warmte en koude, die in de bloot passieve materie werken. Het uitgangspunt van alle kennis voor den mensch is zijn eigen bewustzijn. Alle dingen zijn bezield, gevoelend en strevend, en door sympathie onderling verbonden, waarop de magie berust. — C.’s theologie is in hoofdzaak die van Thomas v. Aquino. Alleen in de vrijheidsleer nadert hij tot de Scotisten. Luther’s en Calvijn’s opvattingen in dezen stelt hij met de Mohammedaansche gelijk.

In het Italiaansch schreef C. behalve gedichten, Canzonen en Sonetten (waarvan Herder en Adrastea III in vertaling een bloemlezing bezorgde, verscheiden politieke en historische werken vooral ter verdediging van het katholicisme en het Pausdom. In zijn reeds genoemden Zonnenstaat bestrijdt hij heftig Macchiavellis idee betreffende een van de kerk onafhankelijk Italië. Hij schildert hier onder den invloed van Plato’s Republiek en Morus’ Utopia, een ideaal-staat, bestuurd door een wijsgeerpriester met drie ministers. Daarin heerscht volledig communisme, gemeenschappelijk bezit van vrouwen en kinderen; alles is in bijzonderheden door de wet geregeld, de werktijd per dag is vier uur, aan het onderwijs (waarbij vooral wiskunde en natuurwetenschap op den voorgrond komen) wordt de grootste zorg besteed. — Een volledige uitgave v. C.’s werken bezorgde d’Ancona, 2 dln. Turijn 1854 (Opere di Tommaso Campanella). Vgl. verder H. Wuttig, Erkenntnisslehre u. Ethik bei C. 1897; Tröbst, der Sonnenstaat des C., Weimar 1860.

< >