Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Cosenza

betekenis & definitie

Cosenza, 1) prov. van Italië, het N. deel van het landschap Calabrië; 481.000 inw.; de provincie is zeer bergachtig; de bodem is ten deele zeer vruchtbaar; de bevolking verbouwt koren, rijst, saffraan, hennep, zoethout, olie, wijn en zuidvruchten, en drijft verder bijen-, paarden- en schapenteelt; de mijnen in den Sila leveren zilver, tin, lood, albast en zout; de industrie omvat zijde-, flanel- en katoenweverijen, enz.

— 2) hoofdstad der prov. C., aan de N. helling van een heuvel, in vruchtbare omgeving aan de Crati, ruim 25.000 inw. In den zomer is de stad zeer ongezond (moeraskoorts). Zij drijft een belangrijken handel in zijde, olie, wijn, hennep, koren en honig en in de ter plaatse vervaardigde fayence-, ijzer- en staalwaren.

< >