Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Buysse

betekenis & definitie

Buysse - (Cyriel), Vlaamsch schrijver, geb. 1859 te Nevele in Oost-Vlaanderen, volle neef van Rosalie en Virginie Loveling, wijdde zich, na eenigen tijd deel te hebben gehad aan een fabriek, geheel aan de letteren, woont sinds 20 jaar gedurende de wintermaanden in den Haag, ’s zomers te Assenede bij Gent. Hij is een zeer vruchtbaar romanschrijver en vooral meester in fel realistische-beschrijvingen van het leven der Vlaamsche boeren, b.v. in Het Recht van den Sterkste (1893), Schoppenboer (1898), Uit Vlaanderen (1899) en in zijn tooneelstuk Het gezin van Paemel. Zijn romans, die in hoogere kringen spelen, vertoonen niet dezelfde kracht en zijn minder, b.v. Mea Culpa (1896). In de latere jaren draagt zijn werk een ander, luchtiger karakter.

Van zijn werken vermelden wij verder: Te Lande (1900); 'n Leeuw van Vlaanderen (1900); Daarna (1903); In de Natuur (1906); Het Leven van Rozeke van Dalen (1905); 't Bolleken (1906); Het Volle Leven (1908); 'k Herinner mij (1909); Het Ezelken (1910); Stemmingen (1911); De Nachtelijke Aanranding (1912); De vroolijke tocht (1911); Per Auto (1913); Zomerleven. Een nieuw werk, nog niet verschenen, is Het Gemakkelijke Leven. De meeste zijner werken verschijnen tegenwoordig eerst in „Groot-Nederland”, waarvan hij sedert de oprichting redacteur is. In 1911 is hij in België gevierd als „de Vlaamsche Zola”.

< >