Brown (Robert) 1773—1858 - Brown (Robert), beroemd Schotsch plantkundige, 1773—1858, studeerde te Edinburgh in de medicijnen en in de botanie, trad zonder graad verkregen te hebben in milit. dienst, maar had het geluk in 1798 te Londen met Joseph Banks* in aanraking te komen, die wist te bewerken, dat hij in 1800 als natuuronderzoeker deelnam aan de expeditie van Kapit. Flinders naar de kusten van Australië. Na een afwezigheid van 4 jaar keerde hij in 1805 met een zeer groote verzameling terug, die hij zelf bewerkte, nadat hij door het verkrijgen van de betrekking van bibliothecaris van de Linnean Society in Londen daartoe in de gelegenheid was gesteld. In 1810 werd hij bibliothecaris bij Banks-zelf, en toen diens verzamelingen ha zijn dood in 1820 aan het Britsch Museum overgingen, kreeg hij daar het beheer over de botanische collecties.
Van 1849—1853 was hij president van de Linnean Society. B. is een van de beste Britsche botanici, zoowel op het gebied van de beschrijvend-systematische plantkunde als op plantengeografisch gebied. Van zijn werken mogen worden genoemd: Prodromus Florae Novae Hollandiae (1810), waarvan maar één deel verscheen, zijn bewerking van verschillende Australische plantenfamilies, over de bestuiving en de bevruchting bij Asclepiadaceeën en Orchideeën; maar vooral zijn General Remarks geographical and systematical on the Botany of Terra Australis (1814), waardoor hij, met A. v. Humboldt en A. P. de Candolle, een van de grondleggers van de moderne plantengeographie is geworden.