Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brown (Robert) 1549-1630

betekenis & definitie

Brown (Robert) 1549-1630 - Brown (Robert), geb. 1549 te Northampton, studeerde te Cambridge theologie en trok als predikant te Norwich reeds dadelijk met heftigheid tegen de Anglik. kerk te velde; met Richard Harrison begaf hij zich naar Nederland, stichtte te Middelburg een gemeente, keerde naar Engeland terug, werd in 1590 in den ban gedaan, onderwierp zich daarop aan de „High Church”, kreeg een pastorie in Northamptonshire, kwam echter weldra weer in verzet, werd herhaaldel. in verzekerde bewaring gesteld, en stierf, voor de 32ste maal gevangen gezet, in 1630 in de gevangenis. B. vorderde volle zelfstandigheid der afzonderlijke kerkel. gemeenten, algeheele scheiding van kerk en staat; elke gemeente is een op zichzelf staande gemeenschap of congregatie (vandaar de benaming congregationalisten voor zijn aanhangers, die echter meest Brownisten werden geheeten), wier leden gelijke rechten hebben en allen hetzelfde gezag dragen; een bijzondere priesterstand, voorgeschreven gebeden en formulieren, enz., zijn alle menschelijke instellingen; de gemeente drage een harer leden het predikambt op. De aanhang der leer van Brown breidde zich snel uit onder diens opvolger Henry Barrowe (wegens zijn aanvallen op de „High Church” opgehangen), naar wien de Brownisten ook wel Barrowisten worden genoemd; uit Engeland verdreven, vestigden zij zich in Nederland en stichtten te Amsterdam, Middelburg en Leiden gemeenten; door John Robinson (overl. 1625) tot de partij der Independenten hervormd, keerde een gedeelte van hen naar Engeland terug.

< >