Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Bronzen tijdperk

betekenis & definitie

Bronzen tijdperk - De tijd, gelegen tusschen het vroegere, zeer lange steenen tijdperk en het latere ijzeren tijdperk; onderscheidt zich hierdoor, dat gedurende deze periode wapens, sieraden, enz., van brons vervaardigd werden, namelijk van een mengsel van 90 deelen koper en 10 deelen tin. Het is niet bekend in welk land het brons het eerst algemeen gebruikt is, maar waarschijnlijk is voor Europa het uitgangspunt in Voor-Azië te zoeken. In Egypte was het brons reeds ± 3000 jaar v. Chr. bekend, in Troje en Sicilië ± 2000 jaar v. Chr. De oude volkeren van het Oosten waren zeer ervaren in het gieten van brons, vooral de Phoeniciërs.

In Europa hadden de Phoenicische kolonisten, de Grieken, de Etruskers en de Romeinen verstand van bronsgieterij. Daar echter in bijna alle landen van Europa, zelfs in het hooge Noorden, in zeer oude begraafplaatsen bronzen voorwerpen gevonden zijn, die van eene groote kunstvaardigheid getuigen, staat het vast, dat de daar wonende volkeren eveneens bekend waren met de kunst om brons te gieten. Men neemt aan, dat het bronzen tijdperk in Europa ± 2000 v. Chr. begon en in Oostenrijk en Zuid-Duitschland in de 8ste of 9de eeuw v. Chr. eindigde met het optreden der zoogenaamde Hallstatt-beschaving, terwijl het in NoordEuropa eenige eeuwen langer geduurd heeft. Op vele plaatsen blijkt echter, dat steenen en bronzen voorwerpen tegelijk gebruikt werden. Over het ontstaan van dit tijdperk zijn de geleerden het nog niet eens: volgens Thomsen en Worsaae is de bronsgieterij afkomstig van landverhuizers uit Zuid-Europa, terwijl anderen van meening zijn, dat de bronzen voorwerpen door den handel zijn ingevoerd, volgens Nilsson door de Phoeniciërs en volgens Lindenschmit door de Etrusken. Deze laatste meening deelen de meeste oudheidkundigen van den tegenwoordigen tijd. Tot de voorwerpen uit het bronzen tijdperk behooren vooral bijlen, zwaarden, dolken, messen, pijl- en lanspunten, horens, hoofd- en armspangen, oor- en halsringen, kammen, ruwe munten en allerlei huisraad. Gewoonlijk werden deze voorwerpen onder grafheuvels begraven; soms vindt men ze ook in de zoogenaamde schatkamers, die zich onder een grooten steen of in moerassen bevinden.

< >