Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brisson (Eugène Henri)

betekenis & definitie

Brisson (Eugène Henri), Fransch staatsman (radikaal), geb. 1835 te Bourges, studeerde te Parijs in de rechten, werd in 1859 advocaat aldaar, en medewerker aan de „Temps”; richtte in 1868 met anderen de „Revue politique” op, die nog hetzelfde jaar van regeeringswege opgeheven werd, werd in 1871 tot lid van assemblée nationale gekozen, voegde zich daar bij de uiterste linkerzijde, werd in Nov. 1881 in Gambetta’s plaats president der Kamer (tot 30 Mrt. 1885), vormde in 1885 een kabinet ter vervanging van dat van Ferry, nam zelf de portefeuille van justitie en het minister-presidentschap, en trad naar aanleiding van de geringe meerderheid (4 stemmen), die hij op het aangevraagde crediet voor Tonkin (79 millioen francs) kreeg, 29 Nov. af; hij bleef echter lid van de Kamer en werd in de plaats van Burdeau, Dec. 1894, weer president; bij de presidentsverkiezing, na de aftreding van Casimir-Périer (Jan. 1895), door de radikalen candidaat gesteld en door de socialisten gesteund, leed hij echter met 361 stemmen de nederlaag tegen Faure, die 430 stemmen verkreeg; president der Kamer bleef hij tot 1898, toen hij door Paul Deschanel werd vervangen; toen eertige dagen later het ministerie-Méline aftrad, kreeg hij opnieuw de opdracht een ministerie te vormen, in hetwelk hij president met de portefeuille van binnenlandsche zaken werd (Juli-Oct. 1898). Jan, 1904 werd hij opnieuw president der Kamer; hij overleed in April 1912.

< >