Brinkman (Carel Leonhard), 1820—1881. Uit nederige ouders geboren, kwam B., na slechts gewoon onderwijs te hebben genoten, als knechtje bij den boekhandelaar Joh. Müller te Amsterdam in de leer, om Achtereenvolgens bij eenige andere firma’s werkzaam te zijn. Door energie en ijver bewees hij spoedig, dat kennis niet uitsluitend op school wordt verworven.
Zoowel in ontwikkeling als in beschaving werd de stoere en stille werker zelfs door tijdgenooten tot de besten gerekend. Omstreeks 1845 had hij zich te Amsterdam gevestigd, aanvankelijk als correspondent van boekhandelaren in de provincie, maar spoedig ging hij zich ook op uitgeversterrein bewegen en vormde zich allengs een fonds van werken, dat door weinigen in den lande werd overtroffen. Ook door zijn bibliografischen arbeid heeft hij zich een eereplaats verworven. Nadat hij in 1846 begonnen was de bekende jaarlijksche „Alphabetische lijst van boeken, landkaarten” uittegeven, waagde hij in 1850 de samenstelling en uitgaaf van een overzicht der laatste 17 jaren, in aansluiting op de boekenlijst van P. van Cleef, en voegde daar achtereenvolgens tweemaal een deel over 13 jaren aan toe, het laatste vergezeld van een systemat. register over 1850 tot 1870. Een reuzenarbeid, die thans nog door zijn schoonzoon R. van der Meulen wordt voortgezet.
Bovendien bewerkte B. van 1854 af het jaarlijksch „Adresboek voor den Nederlandschen Boekhandel”, dat door bijvoeging van allerlei waardevolle gegevens al meer en meer in omvang en waarde toenam. Ook trad hij steeds krachtig voor de vaderlandsche vakbelangen op. Zijn omvangrijk fonds werd in December 1881 verkocht. Zie Kruseman, Bouwstoffen. II (1887).