Brink (Bernhard Egidius Conrad ten), philoloog, geb. te Amtserdam in 1842, studeerde te Munster en te Bonn in de Germaansche, Romaansche en Engelsche taal-en letterkunde, werd in 1866 privaatdocent te Munster, ging in 1870 als hoorleeraar in de nieuwere talen naar Marburg, in 1873 naar Straatsburg, en overl. in 1892. Met W. Scherer, E. Martin en E. Schmidt gaf hij sinds 1874 de „Quellen und Forschungen zur Sprachund Kulturgeschichte der german.Völker” uit, en schreef: Chaucer. Studiën zur Geschichte seiner Entwicklung und zur Chronologie seiner Schriften (dl.
I Munster 1870); Geschichte der engl. Litteratur (dl. 1 1877, II 1889); Dauer und Klang. Ein Beitrag zur Geschichte der Vokalquantir lat im Alt-französischen (1879).
