Bray (de) kunstenaarsfamilie, waarvan de vader 1) Salomon de B. geb. in Amsterdam 1597, gest. te Haarlem 1664; schilder en architect. In zijn jeugd ging hij naar Haarlem, werkte onder Hendr. Goltzius en Corn. Cornelisz.
Hij was ook lid van de rederijkerskamer „Liefd’ boven al” (1616) en gaf in 1727 een bundel Minnezuchtjens uit. In 1625 is hij getrouwd en werd 1631 lid van het S. Lucasgilde. Zijn vroegste werk is een mansportret van 1624 (vroeger Coll. Schlosz te Parijs), terwijl nog werken van 1635,1651 en 1655 van hem bekend zijn. Meer dan als schilder heeft hij verdienste als architect; 1627 verbouwde hij de Zijlpoort te Haarlem; 1629 bouwde hij een vleugel aan ’t stadhuis.
Verder leverde hij een ontwerp voor de S. Annakerk, verbouwde in 1644/45 ’t Weeshuis te Nijmegen. Ook op kunstnijverheidgebied onderscheidde hij zich en maakte in 1639 het ontwerp voor den beker voor ’t Hubertusgilde (Mus. v. Kunstnijverh. Haarlem). Van belang is zijn uitgave der Architectura Moderna (1630), waarin hij alle werken van Hendrik de Keijser publiceerde.
2) Dirck de B., zoon van Salomon de B., etser en voornamelijk houtsnijder te Haarlem. In 1651 kwam hij als boekbindersleerling bij Passchier van Wesbusch. Van zijn hand verscheen een leerboek voor boekbinden met eigenhandige teekeningen. Als etser leverde hij verschillende titelbladen voor het politieke tijdschrift „de Hollantse Mercurius”, Ook is er van hem bekend een zelfportret en de Unie van Brederode (1674). Zijn houtsnijkunst overtreft evenwel zijn etskunst. Een deel zijner houtblokken zijn nog in bezit van de firma Enschede te Haarlem. Zijn oeuvre-zelf, bijna, geheel compleet, is in ’t bezit van ’t Prentenkabinet te Amsterdam. Na 1670 zien wij hem ook als schillder werkzaam aan Regentenstukken van ’t S. Lucasgilde te Haarlem (1675).
3) Jacob de Br., jongste zoon van Salomon, woonde eveneens te Haarlem en is met vele zijner familieleden in 1664 aan de pest gestorven. Werken zijn niet van hem bekend, hoewel somtijds de werken van zijn broer Jan aan hem worden toegeschreven.
4) Jan de B., geb. 1627 te Haarlem, gest. in 1697 aldaar, zoon van Salomon de Br. Belangrijk en vaardig portretschilder. Van 1617—1685 was hij in ’t bestuur van ’t S. Lucasgilde. Hij trouwde driemaal, vóór 1669, in 1672 en in 1678. Zijn kunst staat onder invloed van Frans Hals, wien hij als portretschilder ’t meest nabijkomt. In ’t Mus. te Haarlem zijn nog verschillende regentenstukken (1661, 1663, 1664), die een goeden dunk geven van zijn smaak en zijn talent.
Een ander genre van stukken, bijbelsche of historische voorstellingen, staan bij zijn regentenstukken achter. Vele zijner portretten zijn door Cornelis Visscher, Jan Visscher, P. Holsteyn en J. Klopper in prent gebracht. Litt.: Houbraken, De gr. Schouburgh; Van Eynden en v. d. Willigen, Gesch. d. Vaderl. Schilderk.; Galland, Gesch. der Holl. Baukunst. p. 34 en voorts in Thieme-Becker’s Künstler-Lexikon.