Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brakenburg

betekenis & definitie

Brakenburg - (Richard), geb. te Haarlem 1660, gest.

1702; in 1703 in de S. Janskerk te Haarlem begraven. In 1670 woonde hij te Leeuwarden, waar hij in 1671 in ’t huwelijk trad en burger werd. Hij is een leerling van Adriaan van Ostade. In 1687 keerde hij weer naar Haarlem terug, waar hij lid van ’t Lucasgilde werd; eveneens was hij lid van de Rederijkerskamer, de Witte Angieren. Ofschoon een leerling van Ostade, volgt hij in zijn stijl veel meer Jan Steen, dien hij evenwel niet vermocht te evenaren. Juist de fijne smaak en psychologie, waarmee J. Steen zijn werken wist te stellen, ontbreken B. bijna geheel.

Hij is grover in de keuze zijner onderwerpen, en zijn koloriet is harder; meestal domineert een sterk rood. Men vindt zijn werken gewoonlijk in de groote musea en particuliere verzamelingen, goede exemplaren te Amsterdam, Innsbrück en Budapest. De Albertina te Weenen bezit een teekening van hem. Litt.: v. d. Willigen, Les Arts de Haarlem p. 89 en voorts bij Wurzbach, Niederl. Künstlerlex. en in Thieme-Becker’s Künstler-Lexikon.

< >