Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brahmapoetra

betekenis & definitie

Brahmapoetra - „Brahma’s-zoon”, is een der Aziat. reuzenrivieren, die in Midden-Azië ontspringen. Hij is ± 2800 K.M. lang, zijn stroomgebied 670.000 KM.2 groot. Hij ontspringt, evenals de ïndus en de Sadledsj, niet ver van het heilige meer Mansaraoer, met verschillende bronrivieren, waarvan, volgens Sven Hedin, de Koebitsanpo de voornaamste is, welke zijn bron op 4860 M. hoogte in een gletsjer van den Targo-gangri heeft (82°15’ O.L en 30°11 N.B.) Eerst doorstroomt hij, onder den naam van Tsang-po, het groote lengtedal van Tibet in een doorgaans kale en eenzame omgeving. Zoowel uit den Himalaja als uit den Trans-Himalaja krijgt hij talrijke zijrivieren, waarvan rechts de Njang-tsjoe (bij Sjigatse) en de afwatering van het Jamdoktso; links de Raga-Tsangpo en de Tasam (rivier van Lhasa) de voornaamste zijn.

Zijn lengteloop behoudt hij tot ± 94° O.L. en breekt dan in een geweldig, pas in den laatsten tijd meer bekend geworden dwarsdal door den geheelen Himalaja heen, met een verval van ± 2300 M. (Gjaladsjong, 2440 M., Sadiga, 160 M.) Hier heet hij Dikong. Niet ver van Sadiga neemt hij de Dihong en de Lohit-Brahmapoetra op en neemt zelf den naam Brahmapoetra aan, stroomt dan door de vruchtbare laagvl. van Assam Westwaarts. Spoedig verdeelt hij zich in talrijke armen, die zich bij Ganhati weer vereenigen. Hier is de rivier 1 KM. breed en gem. 23 M. diep. Zoowel uit de Himalaja als uit de Khasia-bergen neemt hij zijrivieren op, o.a. de Tista en vormt later met den Ganges samen één delta van 3000 K.M.2 De Oostel., hoofdarm van de B.-delta, heet Menghna, die nog de Soerma uit de Khasiabergen opneemt. De hoogwaterstand van den beneden B. begint met het sneeuwsmelten en wordt nog belangrijker met de zomerregens; in September begint het water te vallen en is dan spoedig slechts V, van den hoogsten stand.

< >