Hedin (Sven), Zweedsch reiziger, geb. 1865 te Stockholm, studeerde aldaar en te Upsala, Berlijn en Halle. De natuurwetenschappen en in het bijzonder de geologie en de geografie werden hier door hem beoefend, waardoor hij als wetenschappelijk ontdekkingsreiziger werd gevormd. Vooral zullen de groote voorbeelden van Ferdinand von Richthofen en Alfred Kirchhoff grooten invloed op hem als ontdekkingsreiziger en schrijver hebben uitgeoefend. Het is H.’s levenswerk geweest, den sluier op te lichten, die er over de geografische gesteldheid van Centraal-Azië ligt.
In 1885 begaf hij zich naar Azië, waar hij reizen deed door Perzië en Mesopotamië. In 1890 werd hij secretaris van het Zweedsche gezantschap naar den Sjah van Perzië. In den winter van 1891 trok hij over den Terek-pas naar Kasjgar en deed daarmede zijn intrede in Centraal-Azië. Over deze eerste reizen schreef hij o. m.: Gnom Persien, Mesopotamien och Kaukasien (Stockholm, 1887); Centralasien (Stockh., 1891); Konung Oscars beskickning till Schahen af Persien år 1890 (Stockh., 1889-1891) en Gnom Khorosan och Turkestan (Stockh., 1892-93). Ondersteund door Oscar II ondernam H. van 1893-97 een driejarige reis door Centraal-Azië, beschreven in: En färd gnom Asien, 1893-97 (Stockh., 1898), in het Duitsch onder den titel: Durch Asiens Wüsten (Leipzig, 1899, 2 dln.). Zijn volgende reis liep over het Pamir-plateau en door de woestijn Takla-makan naar het Lob-Nor en vandaar over den Kwenlun naar Tibet en dan naar Peking. Door Siberië keerde hij naar Europa terug.
Over deze reis (1894-97) schreef hij: Tusen mil på okända vägar (Stockh., 1903) in het Duitsch: lm Herzen von Asien (Leipzig, 1903, 2 dln.). In 1899 trok hij weer van Kasjgar uit den Tarim af naar Lob-Nor en trachtte als pelgrim verkleed Lhasa te bereiken. Over deze reis schreef hij zijn prachtig, wetenschappelijk werk: Scientific results of a Journey in Central-Asia, 1899-1902, in zes deelen. De wetenschappelijke resultaten der reis van 1894-97 werden gepubliceerd als een Ergänzungheft (no. 131) van Petermann’s Mitteilungen 1900 onder den titel: Die geographisch-wissenschaftlichen Ergebnisse meiner Reisen in Zentral-Asien, 1894-97. In den nazomer van 1905 begon Sven Hedin van Constantinopel uit zijn tocht om door Perzië en Beloedsjistan in Tibet te komen. Het verloop van deze reis wordt door hem geschilderd in zijn werk: Transhimalaja, in het Nederlandsch vertaald door Blink (Amsterdam, 1910, 2 dln.). Over H.’s aandeel in de ontdekking van Centraal-Azië zie Max Rieger, Sven Hedin’s Anteil an der Erforschung Zentralasiens (Keulen, 1911).
