Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brabantsch rijs

betekenis & definitie

Brabantsch rijs - met het Hollandsch rijs het meest van algemeen gebruik bij rijswerken ten behoeve van waterbouwk. doeleinden. In bossen van Brabantsch rijshout moeten drie goed gebleesde rijzen zijn van 3 M. lang, daarin mag één rechte stok, ziel genaamd, van 1 M. lengte voorkomen, doch geen warrig hout. De omtrek bij den ondersten band moet meer dan 38, bij den bovensten band 33 c.M. zijn.Honderd bossen per M3. In N.-Brabant, vooral in den omtrek van Breda, Roosendaal, Oudenbosch, enz. zijn op lichte doch vruchtbare gronden uitgestrekte aanplantingen, vooral van eiken en berkenhout, waaronder ook esschen, hazelaren en wervelhout.

Uit goed gebleesde takken en boveneinden van het zwaardere hout wordt Brabantsch „rijs” gemaakt. De rechte ondereinden van het zwaardere hout worden tot Brabantsche „staken” en het lange recht opgeschoten hout, dat te dun is voor staken, met de blees er aan tot „tuinlatten” bestemd. Naar de afmetingen onderscheidt men „haringband” en „gaarden.” Zie RIJSHOUT.

< >