Borch (Gerard ter), geb. 1617 te Zwolle gest. te Deventer 1681, zoon van Gerard ter B. d. O., die ontvanger van convooien en licenten te Zwolle was en ook als schilder en prentkunstenaar eenig aanzien verwierf (een reeks zijner schetsen in ’t Prentenkabinet te Amsterdam). Van zijn vader ontving ter B. ’t eerste teekenonderwijs. Vroege teekeningetjes van 1625 en 1626 zijn van hem bekend. In 1632 is hij te Amsterdam, waar hij zich aansluit bij de genreschilders Codde en Duyster. terwijl hij Rembrandt moet gekend hebben.
In 1634 is hij te Haarlem, waar hij onder leiding van Pieter Molijn werkte. In ’t volgend jaar bezoekt hij Engeland en vervolgens ook Frankrijk en Duitschland en woonde in 1640 in Rome. In 1645 is hij in Amsterdam terug, om in ’t volgend jaar naar Munster in W. te reizen, waarbij zijn beroemd stuk, de „Vredesconferentie tusschen Holland en Spanje”, schilderde. (London Nat. Gallery). Een der Spaansche gedelegeerden, Graaf Peneranda, nam hem mee naar Spanje, waar hij o.a. Philips IV schilderde.
Van zijn overige werken aldaar is niets meer bekend. In 1650 is hij in Holland terug, trouwt in 1654 en gaat in Deventer wonen. Een regentenstuk, dat hij daar in 1667 maakte, hangt nog in ’t stadhuis. Van zijn leerlingen moeten genoemd worden Caspar Netscher, Roelof Koets en Pieter van Anraedt. Zijn stijl kenmerkt zich in ’t begin door den invloed van Codde en Duyster, terwijl ook Hals hem niet vreemd bleef.
Tijdens zijn Spaansche reis heeft hij veel geleerd van Velasquez, dien hij persoonlijk niet heeft leeren kennen. Zijn portretten zijn sober en volmaakt van teekening en kleur; hij schildert zijn modellen gewoonlijk ten voeten uit, op klein formaat van paneel, waardoor men die eigenaardige verhouding in de compositie krijgt, dat de geportretteerden dwergen of althans kleine menschen, onder levensgroot, schijnen. In hoeverre de perspectief van zijn vloeren, ’t oogpunt, van waar hij zijn modellen bekijkt hiervan oorzaak is, is moeilijk na te gaan. Zijn interieurs en genrestukken munten uit door goede conceptie en fijn kleurengevoel. Een zijner beste werken in dit opzicht is „Het concert” in ’t K. Mus. te Berlijn. In de meeste openbare en particuliere verzamelingen van Europa vindt men zijn werk vertegenwoordigd.
Litt. Bredius, Meisterwerke des Rijks-Museum; Hofstede de Groot, Quellenstudien z. Gesch. der Holl. K. en voorts in Thieme-Becker’s Künstler-Lexikon.