Bora (Katharina von), Luther’s echtgenoote, geb. 29 Jan. 1499, werd op 10-jar. leeftijd in het klooster Nimbschen, bij Grimma, gedaan, nam in 1515 den sluier aan, geraakte met Luther’s leer bekend, vluchtte met diens medeweten en de hulp van Leonhard Koppe met acht kloosterzusters op Paschen 1523 naar Wittenberg, en trad 13 Juni 1525 met Luther in het huwelijk; zij schonk hem drie zoons en drie dochters. Luther noemt haar „ein fromm getreu Weib, auf das sich eines Mannes Herz verlassen kann”. Zij stierf 20 Dec. 1552, waarheen zij, daar de pest te Wittenberg heerschte, geweken was.
Zie: Armin Stein, Katharina von Bora (4 Aufl. Halle 1897); A. Hansräth, Luther und Käthe (Leipz. 1887); E. Krocker, Katharina von Bora, Martin Luthers Frau (Leipz. 1906).
