Bomvrijheid - hebben de horizont, bovendekkingen van gebouwen in permanente versterkingen, wanneer zij bestand zijn tegen eene beschieting met brisantgranaten. Bij de vóór 1885 gebouwde forten werd deze bomvrijheid verkregen door 2,5 a 3 M. dikke gronddekkingen, rustend op gewelven, in den top dik 1 M., van metselwerk, kalk of trasbeton, welke gedragen worden door gemetselde rechtstandmuren (Fig. 1).
De grootere uitwerking van de brisantgranaten en de tactische eisch om kleine, weinig zichtbare versterkingen met eene geringe hoogte te maken, dwong na 1885 tot bomvrije dekkingen, welke zonder gronddekkingen zelf aan de werking der brisantgranaten weerstand kunnen bieden. Aanvankelijk werd hiervoor gebezigd zeer hard cementbeton van granietslag of grind, dat echter geen trek- en afschuivende spanningen kan opnemen en daardoor bij eene beschieting moet scheuren. (Overtuigende bewijzen in den Volkerenoorlog 1914/15 bij Luik, Namen, Antwerpen, Przemysl, enz.). Dit kan worden voorkomen door het maken van dekkingen van cementbeton van grind met eene doelmatige wapening van rondijzer, bij belangrijke constructies versterkt met pantserplaten (Fig. 2). Zie tijdschrift „Gewapend Beton” (le — 4e Jaargang).