Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Boetepsalmen (babylonische)

betekenis & definitie

Boetepsalmen (babylonische) - een tamelijk zelfstandig staande groep in de Babyl. relig. litteratuur. Het zijn gebeden, meestal den koning in den mond gelegd, waarin de bidder de goden aanroept in den nood. Die nood is òf van algemeenen aard (overstrooming, droogte, pest, oorlog, enz.) òf van individueelen aard (ziekte). Het is vooral de laatste groep met haar aangrijpende schilderingen van het lijden, en haar zondebelijdenis, die tot vergelijking met de bijbelsche psalmen drong.

De achtergrond is altijd den om een of andere overtreding vertoornden god weer gunstig te stemmen. Daar de enkeling niet weten kon, welke zonde hij had gedaan en welke god toornig was, riep hij de hulp van den priester in, en zoodoende verschijnt een groot deel der Babyl. b. als een beurtzang, van den priester en den boeteling, niet zelden vergezeld van ceremonieele handelingen tot ontzondiging van den bidder. Vele van die b. zijn ouder dan de 20e eeuw v. C., maar zijn later doorgaans als bezweringsformules gebruikt. De meeste b. zijn tweetalig (in ’t Sumerisch en ’t Assyrisch) overgeleverd, and. zijn óf alleen Sumerisch óf alleen Assyrisch.

Bahr, Die Babylonischen Busspsalmen; Jastrow, Die Religion Babyloniens u. Assyriens II; Caspari, Die Religion in den assyrisch-babylonischen Busspsalmen; Zimmern, Babylonische Hymnen und Gebete, in: Der alte Orient VII, 3 en XIII. 1.

< >