Boeleleng - afd. der res. Bali en Lombok, bevattende 8 distr., die zich uitstrekt langs een groot deel der Noordkust, van straat Bali tot aan Bangli, en ten Zuiden begrensd wordt door de bergketen, die het eil. Bali van het Westen naar het Oosten doorloopt; het Westel. deel van B. is zoo goed als onbewoond; over het geheel is de bodem in B. minder vruchtbaar dan in andere deelen van het eiland; niettemin wordt op geen enkel punt de grond zoo goed bebouwd als hier; ten opzichte van handel en nijverheid neemt B. onder de Balische afd. een eerste plaats in, waaronder het ook, als zetel van het Europeesch bestuur, tegenwoordig als het belangrijkste geldt. De hoofdpl. is Singaradja, tevens hoofdplaats der resid.
Bali en Lombok, gelegen nabij de kust, en deel uitmakende van de uit verschillende wijken bestaande dèsa B., waartoe ook Pabean-B. behoort, een bedrijvige handelspl, met een goede, echter alleen tijdens den Oostmoesson veilige reede; deze havenplaats wordt hoofdz. bewoond door Chineezen, Arabieren, Boegineezen en Makassaren; de Baliërs die er wonen, zijn meest Mohamm. (Bali Slam = Islam). Andere plaatsen in dit landsch. zijn Sangsit, Djagaraga Boengkoelan, Tamoekoes, Pengastoelan en Telokanbawang. B. was vroeger een vorstendom, waartegen achtereenvolgens drie expeditiën moesten worden uitgezonden: in 1846, 1848 en 1849. Na de verovering werd het rijkje gesplitst in twee deelen: B. en Djembrana; B. werd eerst aan den vorst van Bangli gegeven, die het in 1854 aan het Gouv. teruggaf; in 1883 werden zoowel B. als Djembrana onder rechtstreeksch bestuur gebracht; zie BALI en BALIËRS.