Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Reederij

betekenis & definitie

Reederij - 1) in het gewone spraakgebruik iedere onderneming, welke zich op de scheepvaart toelegt. — 2) in technisch-juridischen zin een vennootschap strekkende tot het tot gemeene baat gebruiken van één onder de leden (medereeders, scheepsportionarissen) gemeen zijnd schip, welke vorm van vennootschap is geregeld in artt. 320—340 K. — Beslissingen in de reederij worden bij meerderheid van stemmen genomen (art. 320 ; zie echter artt. 325, 326 en 333). Het kleinste aandeel geeft één stem (art. 320). — Ieder medereeder kan zijn aandeel (scheepsportie) verkoopen. De kooper wordt lid der reederij. Zie voor verkoop bij executie art. 583 Rv. — Met de dagelijksche leiding van zaken is een „boekhouder” belast, waartoe een niet-vennoot slechts met algemeene stemmen kan worden benoemd (art. 326).

De boekhouder vertegenwoordigt de reederij in en buiten rechte (art. 327). Hij benoemt en ontslaat den schipper (art. 328) en heeft het volkomen bestuur over alles wat tot onderhoud van het schip, de uitrusting en het victualiëeren of bevrachten ervan vereischt wordt (art. 330). Over het ondernemen van reizen of het aangaan van bevrachtingen beslissen echter de reeders (art. 331), terwijl de boekhouder het schip niet mag verzekeren dan op uitdrukkelijken last van alle medereeders (art. 333). De eigenaar van een schip of de medereeders zijn elk naar evenredigheid van zijn aandeel aansprakelijk voor de handelingen en verbintenissen van den boekhouder (art. 335) en van den schipper (art. 321) in alles wat tot het schip en de onderneming betrekking heeft. Volgens den Hoogen Raad (30 Apr. 1915, N. J. bl. 769) bestaat de aansprakelijkheid van den eigenaar voor de handelingen van den schipper ook, indien hij het schip niet zelf exploiteert, maar aan een ander heeft verhuurd. — De aansprakelijkheid van artt. 321 en 335 houdt echter op door den afstand (abandon) van het schip en van de daarmede verdiende en nog te verdienen vrachtpenningen voor de onderneming, waartoe de handelingen en verbintenissen betrekkelijk zijn (zie ook FORTUNE DE MER). De afstand geschiedt bij notarieele akte. Hebben eigenaar of medereeders hun belang in het schip of in de vrachtpenningen doen verzekeren, dan valt hun aanspraak op den verzekeraar niet onder dezen afstand (art. 321). Volgens art. 4, 7° K. is de reederij een zaak van koophandel.

< >