Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Blum (ernest)

betekenis & definitie

Blum (ernest) - Fr. tooneel- en romanschrijver, geb. 1836 te Parijs, trad het eerst op met Une femme qui mord (1854), en leverde voorts een geheele reeks tooneelstukken, gedeeltel. onder medewerking van Thiboust, Ponson du Terrail, Anicet Bourgeois, Siraudin, Clairville, Brisebarre en Raoul Toché, waaronder kluchten, revues, vaudevilles, en drama’s ; de voorn. zijn: Les délassements en vacances (1860), Les noces du diable (1863), Rocambole (1864), Cendrillon (1866), La jolie Parfumeuse (1875), l'Espion du roi (1876), Le château de Tire-Larigot (1884), le Petit Chaperon rouge (1885), Mademoiselle Gavroche (1886), le Parfum (1888), les Femmes nerveuses (1888), le Cadanas (1889), Paris fin de siècle (1890), Madame l’Amiral (1892), Monsieur Coulisset (1892), la Maison Tamponin (1893), la Rieuse (1894), le Carnet du diable (1895), le Carillon (1897), enz. Voorts gaf hij in het licht: Entre Bicêtre et Charenton en Les Aventures d'un notaire (1866), Journal d'un vaudevilliste (1894), les Mémoires d'un vieux beau (1896), enz. B. is medewerker aan vele bladen en tijdschriften („Rappel”, „Gaulois”, enz.)

< >