Binnenwerksch is een afmeting, gemeten tusschen de begrensde wanden. De binnenwerksche maat van een kamer is de afmeting tusschen de muren. Evenzoo kent men b u i t e n w e r k s c h e afmetingen; zoo is b.v. de buitenwerksche breedte van een huis, de afstand van buitenkant rechterzijgevel tot buitenkant linkerzijgevel. Dat is dus de maat met inbegrip der wanden. De buitenwerksche dikte van een huis is gelijk aan de binnenwerksche wijdte + tweemaal de wanddikte.
Hier is b. dus inwendig. Bij kozijnen noemt men de b. afmetingen gewoonlijk de dagmaten. Men spreekt dan b.v. van een kozijn, groot in den dag 0.90 x 2.25 M., hetgeen dan wil zeggen, dat de opening tusschen de stijlen en dorpels van dat kozijn 0.90 x 2.25 M. groot is.
