Binh-Dinh

betekenis & definitie

Binh-Dinh, provincie van Zuidelijk Annam, in Achter-Indië (Fransch-Indo-China) aan de Oosthelling van het ketengebergte, dat Annam van Laos scheidt; de kust is steil en rotsachtig, vol kleine baaien, kapen en schiereilanden; de hoofdrivier dezer prov. is de Angiang; omstreeks 500.000 inw., die zich met landbouw (rijst, suikerriet, peper, opium) en veeteelt bezighouden; sinds kort wordt er salpeter en ijzererts geëxploiteerd; de visscherij, voorn. door Chineezen bedreven, levert vooral tripang en agar-agar. — De gelijknamige hoofdplaats, 75.000 inw., staat door wegen met Saigon en Hanoi in verbinding; 18 K.M. ten Z.O. van de hoofdpl. de havenplaats Quinhon, zetel van een Fransch onderresident.