Billing (Prof. H.), behoort tot de Duitsche moderne architecten, die, in overeenstemming met zoo vele gelijk-gezinde kunstenaars uit andere landen, tot overtuiging hebben, dat de Bouwkunst slechts op te heffen is uit haar verval door haar te leiden in nieuwe banen, waarbij bewust gestreefd moet worden naar z a k e l i j k h e i d van opzet en uitwerking tot in alle details. Hij hoopt te kunnen bereiken, dat door het zorgvuldig bestudeeren van en het voldoen aan de hooge eischen, door den modernen tijd aan elk gebouw gesteld, de Bouwkunst zal opbloeien tot een sterk levend en machtig middel om onze cultuur te verbeteren. Hij zoekt dus massa’s, vormen en profileeringen, die zoo duidelijk mogelijk uitdrukken, wat de opgave verlangde en inhield, onthoudt zich dus van vormen, die overgenomen zijn zonder persoonlijke verwerking van historische Bouwstijlen.
Als gevolg van zijn inzichten heeft hij zich met groote toewijding bezig gehouden met moderne ingenieurs-werken en door samenwerking, vooral met technische bruggen-bouwers, karaktervolle ontwerpen gemaakt. Zijn meest bekend uitgevoerd werk is de Kunsthalle te Mannheim op de Friedrichsplatz, gebouwd in 1907, waarbij hij zonder aarzelen de moeilijkheid heeft aanvaard om gevels te ontwerpen voor een gebouw, waarvan de hoofdverdieping geen ramen in de muren kon hebben, daar de tentoonstellingsruimten het best verlicht worden door hellende daklichten. Het gevelvlak is verdeeld door lisenen, die duidelijk „groeien” uit de muren, in tegenstelling met de karakterlooze klassieke pilasters of kolommen, die in dergelijke gevallen in het algemeen worden toegepast.