Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bernulf

betekenis & definitie

Bernulf - of Bernulphus, heilige, bisschop van U trecht, welke waardigheid hij bekleedde van 1027 tot aan zijn dood in 1054. Over zijne verkiezing tot bis schop bestaat het volgende verhaal. Na den dood van zijn voorganger, bisschop Adelbold, konden de kanunniken te Utrecht het niet over de keuze van zijn opvolger eens worden, zoodat Keizer Koenraad II zelf met zijne gemalin Gisela overkwam om aan de ver deeldheid een einde te maken.

Te Oosterbeek aange komen, moest Keizerin Gisela haar intrek nemen bij den pastoor, den lateren bisschop Bernulf, daar zij weldra het leven zou schenken aan eene dochter, terwijl Keizer Koenraad naar Utrecht vertrok. De kanunniken besloten de bisschopskeuze aan den Kei zer over te laten; toen deze er over nadacht, wien hij zou kiezen, kwam plotseling pastoor Bernulf den Keizer berichten, dat hem eene dochter geboren was, waarop Bernulf tot bisschop benoemd werd. Het gebied van het Sticht werd onder zijn regeering uitgebreid door schenkingen van de Keizers Koen raad II en Hendrik III, hoofdzakelijk in Drente en Twente; ook Deventer werd den bisschop toegewe zen en in Holland het gebied van Bodegraven en Zwammerdam; B. stichtte te Utrecht o. a. de St. Jans- en de St.-Pieterskerk. In 1869 werd te Utrecht door de geestelijkheid der stad en eenige kunstenaars eene vereeniging opgericht, het „St-Bernulphus gilde,” die de beoefening der kerkelijke kunst ten doel zou hebben.

< >