Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bernhard (hertog van saksen-weimar)

betekenis & definitie

Bernhard (hertog van saksen-weimar) - één van de meest beroemde veldheeren uit den Dertigjar. Oorlog, geb. 6 Aug. 1604 als achtste en jongste zoon van hertog Johan III, begon in 1620 onder graaf Ernst van Mansfeld zijn krijgsmansloopbaan, vocht in 1622 onder markgraaf George van Baden mede bij Wimpfen en in 1623 onder Christiaan van Bruns wijk bij Stadtlohn, trad daarop in Holl. en vervol gens in 1625 in Deenschen dienst, en werd in 1627 in Holstein verslagen. In 1628 verkreeg hij, op voorspraak van Wallenstein, de vergiffenis van den keizer, maakte daarna een reis naar Frankrijk, Holland (waar hij in 1629 het beleg van ’s-Herto genbosch medemaakte) en Engeland, en leefde daar na teruggetrokken in Weimar. Toen echter Gustaaf Adolf op het oorlogstooneel in Duitschland ver scheen, was B. één der eerste Duitsche vorsten, die zich aan de zijde van den koning van Zweden schaar den. Hij kreeg het bevel over een Zweedsch ruiter regiment, waarmede hij zich 28 Juli 1631 bij Werben zoodanig onderscheidde, dat Gustaaf Adolf hem tot gen.-majoor benoemde en hem met drie reg. ruiterij naar Hessen zond.

Nadat hij de keizerl. troepen van daar verdreven had, ging hij met een zelfstan dig korps over de Main, opereerde in Z. en W. Duitschland, veroverde einde 1631 Mannheim en in 1632 verschillende andere plaatsen en vereenigde zich, tot luit.-generaal bevorderd, in de legerplaats van Neurenberg weder met den koning van Zweden. Nadat deze opgebroken was, bleef hij nog eenigen tijd tot dekking van Franken achter, doch vereenig de zich weder met den koning, toen deze in Oct. 1632 naar Saksen trok om Wallenstein aan te vallen. In den slag bij Lützen (6 Nov. 1632) commandeerde B. aanvankelijk den linkervleugel der Zweden, doch nam na den dood van Gustaaf Adolf het opperbevel op zich en behaalde, hoewel zelf zwaar gewond, de overwinning. In den veldtocht van 1633 comman deerde hij het Zweedsche leger in Duitschland, bezette Bamberg, bestormde Hochstadt en kreeg, toen de Zweedsche kanselier Oxenstiema de ver overde Duitsche landen onder zijne diplomaten en veldheeren verdeelde, Bamberg en Würzburg onder den naam hertogdom Franken als Zweedsch leen. Den 6den Nov. 1633 veroverde hij Regensburg, doch leed 6 Sept. 1634 bij Nördlingen een beslis sende nederlaag, waardoor de macht der Zweden in Duitschland gebroken was en B. het hertogdom Franken weder verloor. Toch sloot hij zich niet bij den vrede van Praag aan, doch trok naar den Rijn en sloot 27 Oct. 1635 met kardinaal Richelieu bet verdrag van St. Germain-en-Laye.waarin hij, tegen eene Fr. subsidie van 4 mill. livres, beloofde 18.000 man Fr. troepen te onderhouden, doch zichzelf door geheime artikelen het bezit van den Elzas verzeker de.

Hij streed daarna van 1636—1638 in den Elzas zeer gelukkig tegen de keizerl. troepen, behaalde verschillende overwinningen en veroverde 7 Dec. 1638 de vesting Breisach. Voornemens zijnde, Duitschland weder opnieuw binnen te rukken, overleed hij plotseling 8 Juli 1639 te Neuburg aan den Rijn, volgens sommigen aan een soort pest, doch volgens hemzelf en anderen aan vergif, dat bem door toedoen van Richelieu, wiens plannen hij in den weg stond, was toegediend. Richelieu wist inderdaad van de overwinningen van B. partij te trekken ten bate van Frankrijk. Bij den vrede van Westphalen (1648) werd, niettegenstaande B.’s broeder, hertog Wilhelm, trachtte, den Elzas voor Duitschland te behouden, dit gewest gedeeltelijk aan Frankrijk toegewezen. Het stoffel. overschot van B. werd eerst in 1655 naar het familiegraf te Weimar overgebracht.

< >