Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bergeyk

betekenis & definitie

Bergeyk - gem. in N.-Brab., 20 K.M. ten Z.Z.W. van Eindhoven, ruim 6000 H.A. groot, diluviaal zand, dat behalve voor bouwland vooral voor bosch bouw (mijnhout) wordt gebruikt. Deze bosschen zijn grootendeels bezit van de gemeente. De ge meente omvat de dorpen Bergeyk-het-Hof en Bergeyk-het-Loo en vele gehuchten; sigarenfabrie ken.

Bergeyk-het-Hof wordt meermalen in de ge schiedenis genoemd; in 1468 kreeg het van Karei den Stoute vergunning, zich stad te noemen en zich met wallen en poorten te versterken; in 1606 werd het door de Gelderschen gebrandschat, in 1692 door prins Maurits bezet, in 1693 door Mondragon genomen, in 1702 door de Franschen en Spanjaar den geplunderd, in 1747 door de Franschen ge brandschat. Op de heidevelden aan den weg van Bergeyk naar Eersel zijn vele grafheuvels gelegen, waaruit sinds 1838 allerlei oudheden zijn te voor schijn gebracht. De gem. telt 2360 R. Kath. inw.

< >