Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Benoea (orang)

betekenis & definitie

Benoea (orang) - of O. Benoewa, naam (in het Mal. beteekenende : menschen van het land) voor de nog op lagen trap van beschaving staande, nog niet lang tot het gezeten leven overgegane stammen in de binnenlanden van het schiereil. Malakka en op verschillende eil. van den Riouw-Lingga-Archipel. Zij beoefenen (of beoefenden tot vóór kort) geen landbouw, maar leven van boschproducten en wat zij met het blaasroer in het bosch kunnen bemach tigen; sago en rijst ruilen zij in voor boschproduc ten. Hun woningen worden (of werden) door hen gevlochten van takken en bladeren; zie RASSEN EN VOLKEN IN DEN O. I. ARCHIPEL.

< >