Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Benda

betekenis & definitie

Benda - Duitsche familie van musici, afstam mende van den muzikaal gevormden linnenwever Hans Georg B., van Altbenatek in het Boheemsche distr. Jungbunzlau; deze had vier zoons, Franz, Georg, Johann en Joseph, en eene dochter, Anna Francisca. — Franz B., geb. 26 Nov. 1709, stichter van een eigen vioolschool in Duitschland, kwam als koorknaap aan de Nicolaikerk te Praag; later sloot hij zich bij een troep rondtrekkende muzi kanten aan, bij welke hij van een blinden Jood, Löbel geheeten, onderricht kreeg in het vioolspel: toen hij 19 jaar oud was, ging hij weder naar Praag, later naar Weenen, kwam als kapelmeester bij den starost Szaniawski in dienst, en aanvaardde in 1740 een beroep van den kroonprins van Pruisen (Friedrich II); hij stierf 7 Maart 1786 te Potsdam. — Georg B., geb. 1721, werd door Friedrich II voor de koninkl. kapel geëngageerd (viool); in 1748 trad hij als kapelmeester in dienst van hertog Fried rich III van Gotha, op wiens kosten hij in 1766 een reis naar Italië deed; na 1787 was hij als muziek directeur aan het theater-Schröder te Hamburg verbonden, hield zich later op te Weenen, Gotha, Ohrdruff, Ronneburg en Köstritz en stierf in laatstgenoemde plaats, 6 Nov. 1796; hij voerde het door Rousseau gevonden melodrama in Duitsch land in. Zijn melodrama’s: Ariadne auf Naxos, Pygmalion en Medea waren jaren lang zeer geliefd en vonden vele navolgers. Onder zijn opera’s had den Der Dorfjahrmarkt, Wälder, Romeo und Julie, Der Holzhauer, Lukas und Bärbchen, Das Findel kind veel succes; hun invloed op andere toonkun stenaars, zelfs op Mozart, is niet te loochenen. — Johann B., geb. 1713, overl. 1762 als kamermuzikus te Berlijn, en Joseph B., geb. 7 Mrt. 1824, na 1786 concertmeester te Berlijn, overl. 22 Febr. 1804, worden als talentvolle vioolspelers geroemd. — Karl Heinr.

Herm. B., jongste zoon van Franz, geb. 2 Mei 1748 te Potsdam, overl. 16 Maart 1836, werd reeds zeer jong om zijn vioolspel door Fried rich II in zijne kapel opgenomen; hij kwam rijn vader in zijn adagiovoordracht zeer nabij. — Friedr. Wilh. Herm. B., broeder van den vorigen, geb. 16 Juli 1745 te Potsdam, overl. 19 Juni 1814 als kamermuzikus te Berlijn, was een goed viool en klavierspeler en heeft zich als componist van een aantal cantaten en opera’s, als Orpheus, Das Blumenmädchen enz., eenigen naam verworven. — Joh. Wilh. Otto B., zoon van den vorigen, geb. 30 Oct. 1775, overl. 28 Maart 1832 als regeeringsraad te Oppeln, is bekend door zijne vertaling in het Duitsch van de werken van Shakespaere (19 dln„ Leipz. 1825—26). — Anna Francisca B., geb. 1726, was een der eerste zangeressen van haren tijd; zij huwde met den muzikus Hattasch, te Gotha, en stierf aldaar in 1780.

< >