Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Been (johannes hendrik)

betekenis & definitie

Been (johannes hendrik) - geb. 1869 in Den Briel, waar hij in 1896 werd benoemd tot Gem.-Archiv. Van zijn hand verschenen de romans: Zeemansbloed (1896), Levensmoed (1897); de hist. werken: Beste voer Tromp (1897), Admiraal Dubbel Wit (1899), Het Keezenboek (1900), Langs den Stormvloed (1902), Uit om Heldentijdperk (1908), Historische Frag menten 1e (1911) en 2e (1913) deel; de jeugdboeken: Tocht naar Paradijsland (1898), Baasje en Witkop (1899), Jan Visch en zijn Maat (1899), De Wonder lamp (1900), Drie jongens op reis (1901), Gedenk schriften van een schooljongen (1903), Verworpeling (1906), Heintjes groote Vacantie (1906), Avonturen van den Stadhuisklerk (1909), De jongens de Baas (1910), Kakkerlak bij de Padvinders (1911), Winter avondvertellingen (1913) en de hist. jeugdromans: De drie Matrozen van Michiel de Ruijter (1907), Pad deltje (1908), Spekkie (1909), De pleegkinderen van den Veteraan (1913), Diefjesmaat en Schooljongen (1913), Van Paschen tot Pinksteren (1914), Om een Keizers troon (1914). Voor school en huisgezin schreef hij: Uil het Hebreeuwsche Herdersleven (1911), Koning van Israël (1911).

< >