Barclay (robert)

betekenis & definitie

Barclay (Robert), Schotsch kwaker, geb. 23 Dec. 1648 te Gordonstown, uit een oude Schotsche familie, overl. 3 Oct. 1690 te Wey. Voor zijn opleiding gezonden naar zijn oom Rob. B., rector van het Schotsch college te Parijs, kwam hij onder Roomsche invloeden en ging hij over tot de Roomsche kerk. In 1664 werd hij naar huis geroepen en in 1667 volgde hij het voorbeeld van zijn vader, die zich bij de kwakers had aangesloten. Met woord en pen verdedigde hij ijverig hunne gevoelens en werd meer dan eens gevangen gezet, terwijl hij zijn vrijlating te danken had aan aanzienlijke en invloedrijke vrienden. Zijn werkzaamheid bepaalde zich niet alleen tot Gr. Brittannië, maar ook tot Nederl. en Duitschl. Hij was de voornaamste theoloog, dien de kwakers hebben gehad. Zijn Catechism and Confession of Faith (1673) werd vertaald in ’t Lat., Fr., Deensch en Ned. Zijn voornaamste geschrift, dat nog altijd van groote waarde blijft, is Theologiae verae christianae apologia (London 1676; in ’t Eng. door hemzelven vertaald, 1678,14e uitg. Glasgow 1886). Zijn gezamenlijke werken verschenen te Londen 1692 in fol., 1718 in 3 dln. Oct. — Zie over hem: W. Armistead, Memoir of R. Rarclay, Manchester 1850.