Backer (Adriaan), Noord-Nederl. schilder, geboren te Amsterdam 1635 of 1636, aldaar begraven 1684. Neef van Jacob B., wiens onderwijs hij nog genoten kan hebben, hoewel de laatste reeds 1651 is gestorven. Hij is lang in Italië geweest en vertoefde 1666 te zamen met Dirck Freres te Rome. In 1669 trouwde hij te Amsterdam, waar hij woonde in de „Kolk” en voornamelijk met Remonstranten omging.
Zijn goede portretten (o.a. Daniël Niellius, Rijksmuseum) zijn voor een deel in plaat gebracht door Hendr. Baay, Jan Verkolje en Petr. Schenck. B. heeft cenige schilderstukken en corporaties geschilderd (drie, van 1670 1674 en 1683 in ’s-Rijks Mus., een vierde, 1676, in ’t Stadhuis, een vijfde, 1683, in ’t Burgerweeshuis te Amsterdam). Verder zijn te vermelden, zijn „Laatste Oordeel”, plafondschildering in ’t Paleis op den Dam, een „Justitia” voor ’t stadhuis te Haarlem en een schilderij van „Semiramis” (1669) in ’t Haarlemsch Museum, ’t Brunswijksch museum bezit van zijn hand een „Sabijnschen Maagdenroof”, Bremen een „Diana in ’t bad.” Zijn schilderijen zijn óf voluit met zijn naam, óf met een monogram A. en B. gemerkt. Zijn leerling was Christoffel Lubinietzki . Litt. in Thieme-Beckers Künstlerlexikon.
