Bachelier (Jean Jacques), Fransch schilder- en ornamentteekenaar, geb. te Parijs 1724, gest. aldaar 1806. Hij schilderde bloem-, fruit- en jachtstukken en ook, hoewel minder gelukkig, schilderijen met een historisch onderwerp. Met een bijbelsch onderwerp: „Abels Dood”, debuteerde hij als peintre d’histoire in de Académie royale, verving dit stuk echter later door „Cimon in de gevangenis” (Louvre). Wegens zijn talent als bloemschilder werd hij de leider der ateliers van Sèvres.
In 1766 stichtte hij de „Ecole gratuite de dessin”, een teekenschool voor kunstnijveren. Van 1751—1767 stelde hij om ’t andere jaar een werk in den Salon ten toon. Vooral in de gunst van ’t hof, werkte hij daarvoor, zooals de uitgegeven rekeningen bewijzen, bij voortduring aan decoratieve stukken van dieren en dergel. voor de kasteden. Naar zijn teekeningen verscheen: Collection de culs de lampes et fleurons inventés et dessinés P. J. J. B., door P. P. Choffan, voor de grande édition van de „fables de Lafontaine", Parijs Vve Chereau. Van zijn proeven op ’t gebied der enkaustiek getuigt zijn geschrift: Histoire et secret de la peinture d la cire contre le sentiment du comte de Coylus, Paris 1756. Litt. Thieme-Beckers Künstlerlexikon.