Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Bachelier

betekenis & definitie

Bachelier - (Fr.), oorsprong onzeker. In de Middeleeuwen duidde het woord een jong edelman aan, die chevalier „ridder” wenschte te worden; thans iemand, die het baccalaureaats-examen — ongeveer gelijk staande met ons z. g. Staatsexamen of eindexamen Hoogere Burgerschool of gymnasium — heeft afgelegd. De klerken (studenten) der oude Parijsche Universiteit kenden reeds den naam baccalaureus; het woord werd in de Middeleeuwen ook gebezigd, om den laagsten academischen graad aan te duiden; dit is ook thans nog wel het geval; vgl. den Eng. titel bachelor. Nu tegenwoordig buitenlandsche graden ook aan Nederl. universiteiten in bepaalde gevallen erkend worden, wordt daarvoor het examen voor baccalaureus met het eindexamen gymnasium gelijk gesteld, daar de buitenlandsche graad altijd één examen lager gerekend wordt.

< >