Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

August I

betekenis & definitie

August I - Friedrich, bijgen. de Sterke, Keurvorst van Saksen (1694-1733) en sinds 1697 tevens als Augustus II Koning van Polen; geb.1670 te Dresden, als zoon van Keurvorst Johann Georg III, overl. 1733 te Warschau. In 1693 huwde hij Christine Eberhardine van Brandenburg-Kulmbach en verkreeg 1694 bij den dood zijns broeders Johann Georg IV de keurvorstelijke waardigheid, nam het opperbevel over de Oostenrijksch-Saksische troepen tegen de Turken in Hongarije over, dat hij na den slag bij Olasch, 1696, weer neerlegde, vervuld van plannen, om den door den dood van Johan Sobieski opengevallen troon van Polen te bemachtigen, om welke reden hij tot het Katholicisme overging (1697), waarbij hij zijnen Saksischen onderdanen toezegging deed, het Protestantisme geen moeilijkheden in den weg te zullen leggen; Juni 1697 werd hij door den Poolschen Rijksdag tot Koning gekozen; toen een der partijen zich ten gunste van een anderen candidaat, prins Conti, uitsprak, rukte hij met 10.000 Saksers Polen binnen, waarop men zich spoedig bij zijn verkiezing neerlegde; Sept. werd hij te Krakau gekroond.

Saksen ondervond echter spoedig de nadeelen van de nieuwe waardigheid van zijn Keurvorst; deze had Polen toegezegd, de vroeger aan Zweden afgestane provinciën weer aan Polen te zullen brengen; de uit deze belofte voortspruitende oorlog moest bijna geheel met Saksisch geld en Saksische troepen gevoerd worden, daar de Poolsche grooten zich niet tot dien oorlog geneigd verklaarden. (Zie NOORDSCHE OORLOG.) Nadat Karel XII van Zweden de Saksische troepen 1702 bij Klissow en 1703 bij Pultusk had verslagen, verklaarde de Poolsche rijksdag onder Karels invloed A. van den troon vervallen (Febr. 1704) en koos Stanislaus Leszczynski (Juli 1704); doch eerst een nieuwe overwinning van Karel XII over het Saksische leger bij Fraustadt, 1706, noopte A. tot den vrede van Altranstädt, waarbij hij afstand deed van den Poolschen troon. In 1708 nam hij onder prins Eugenius deel aan den oorlog tegen de Franschen. (Zie SPAANSCHE SUCCESSIEOORLOG). Op de tijding van de nederlaag van Karel XII bij Pultawa verklaarde hij 1709 den vrede van Altranstädt verbroken, nam wederom bezit van den Poolschen troon en sloot een nieuw verbond met Czaar Peter tegen Zweden, totdat de dood van Karel XII bij Fredrikshald (1718) den krijg een voor hem gunstige wending gaf, waarvan een wapenstilstand met Zweden het gevolg was, die echter eerst in 1732 door een vrede werd vervangen, waarbij A. als Koning van Polen werd erkend. Inmiddels had in 1715 A. de Saksische troepen ingevolge het Warschauer verdrag van dat jaar uit Polen moeten terugtrekken, zoodat hij nu met prachtvertoon in plaats van met de wapenen het Poolsche volk moest trachten te winnen, waarvoor Saksen opnieuw zware offers had te brengen, terwijl A. doorging met aan schoone vrouwen, natuurlijke kinderen en gunstelingen ongehoorde sommen gelds te verspillen, waarvan reeds eenmaal een algemeene hongersnood het gevolg was geweest, hoewel de uitvinding van een methode om porcelein te vervaardigen door Böttger Saksen een nieuwe winstgevende industrie had geopend; hij begunstigde de kunsten slechts, in zooverre zij dienstbaar konden worden gemaakt aan zijn prachtliefde. In de onder zijn regeering ingevoerde verbeteringen (wegen, postdienst, rechtspleging) had hij persoonlijk weinig aandeel. A. stierf 1733 te Warschau. Zijn gemalin, die Luthersch was gebleven en gescheiden van hem had geleefd, was reeds 1727 overleden; zij liet hem een zoon na, die hem onder de namen Friedrich August II en Augustus III opvolgde. Bij gravin Aurora von Königsmark had hij een natuurlijken zoon, graaf Maurits van Saksen, later in Franschen dienst als de maarschalk van Saksen bekend.

< >