Auckland - 1) William Eden lord, Engelsch staatsman en diplomaat, geb. 1744, overl. 1814. Met zijn benoeming tot onderstaatssecretaris in 1772 ving zijn staatkundige loopbaan aan; twee jaren later werd hij lid van het Lagerhuis, waar zijn woord spoedig gezag kreeg in vragen van economischen en juridischen aard. Toen William Pitt Jr. in 1784 de leiding der regeering aanvaardde, begonnen A.’s diplomatieke werkzaamheden. In 1785 werd hij belast met de onderhandelingen met Frankrijk over een handelsverdrag, die hij tot een goed einde voerde.
Daarna bekleedde hij gezantschapsposten in Madrid, in Amerika en van 1790 tot 1793 in de Nederlanden. Nadat hij in het laatste jaar Engelsch pair was geworden, trok hij zich uit de diplomatieke loopbaan terug, bleef evenwel bevriend met Pitt en was postmeester-generaal (1798-1801) in diens eerste ministerie. A. schreef o.a. Principles of Penal Law (1772); Four letters to the Earl of Carlisle (1779); History of New-Holland (1779). Zijn tweede zoon, George Eden, later graaf A., geb. 1784, overl. 1849, een vurig whig, was 1830-35 in de ministeriën Grey en Melbourne eerst minister van handel, daarna eerste Lord der Admiraliteit, van 1836 tot 1842 gouverneur-generaal van Indië en voerde als zoodanig 1838-39 een voorspoedigen oorlog met Afghanistan en werd in 1846 weer minister van Marine.
2) hoofdstad der gelijkn. provincie op het Noordeiland van Nieuw-Zeeland, aan de Wairemata-bocht, een inham van de Haurakigolf. aan den voet van den rustenden vulkaan Mount-Eden; de haven wordt geregeld aangedaan door de schepen der stoomvaartlijn San Francisco-Sydney. De stad werd in 1840 gesticht en was langen tijd de hoofdplaats van Nieuw-Zeeland, in 1876 werd de zetel der regeering naar Wellington verplaatst; met de voorsteden telt zij nu 110.000 inw.; het is nog steeds de grootste stad van N.-Zeeland.