Atahualpa - zoon van Huayana Capac, Inka van Peru, die in 1525, zeven jaren voor Pizarro’s komst, stierf. Daar A.’s moeder, de vorstin van het door Peru veroverde, rijk Quito, niet van zuiver Incabloed was, werd A. bij het leven zijns vaders van de opvolging uitgesloten; op zijn sterfbed gaf Huayana als zijn laatsten wil te kennen, dat A. als zijn erfdeel het rijk Quito zou ontvangen en dat zijn oudste zoon, Huascar, te Cuzco over Peru zou regeeren. Weldra ontstond tusschen de beide broeders twist, die ten slotte tot een oorlog leidde, waarbij Huascar geheel werd verslagen (1532) en zelfs gevangen genomen. Omstreeks dezen tijd verschenen de Spanjaarden in deze streken.
Door een krijgslist wist Pizarro A. te bewegen, het Spaansche kamp te bezoeken, waar hem medegedeeld werd, dat Peru geannexeerd was, hetgeen een heftige woordenwisseling tengevolge had,wat de opmerkzaamheid van A.’s gevolg trok. Plotseling gaf Pizarro een teeken en de Spanjaarden wierpen zich op de voor het meerendeel ongewapende inboorlingen, vermoordden een groot aantal en maakten zich meester van den persoon van A. Deze werd eerst met zachtheid behandeld; hij bood een groote hoeveelheid goud als losprijs en toen zijn nog steeds opgesloten broeder nog meer bood, liet hij dezen vermoorden. Toen de geheele losprijs voldaan was, eischte A. de vrijheid. Pizarro wees dezen eisch van de hand en beschuldigde A. zelfs van een samenzwering tegen het Spaansche gezag. Na eene soort rechtsgeding werd A. ter dood veroordeeld en 1533 door worging om het leven gebracht. Zie INKA.