Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Ascese (christelijke)

betekenis & definitie

Ascese (christelijke) - kan òf middel zijn òf doel. In het 1e geval draagt zij een paedagogisch en overwegend persoonlijk karakter: zij is gelegenheidswerk, men legt zich zekere onthouding op om door zelfdwang, matigheid en concentratie den geest van het vleesch los te maken of over het vleesch te doen heerschen. Zoo wordt de a. toegepast in het oude Christendom, b.v. door vasten en bidden zonder dat het z.g. natuurlijke leven op zich zelf wordt veroordeeld. Zóó vat Jezus de zelfverloochening en het kruisdragen op (Matth. 16 :24) en Paulus het bedwingen en het tot dienstbaarheid brengen van het lichaam (1 Cor. 9: 27), of het kruisigen van het vleesch. d.i. van den ouden, zondigen mensch (Gal. 5), want in het algemeen geldt: alles in het uwe (1 Cor. 3:21—23).

De a. blijft middel. Zij wordt d o e l als de afsterving van het natuurlijke leven op zich zelf wordt geacht lofwaardig te zijn en te verheffen tot een hooger, boven-natuurlijk, engelachtig of goddelijk leven. Zóó werd de ascese opgevat door de Indiërs, de neo-Platonlsten en onder dezen invloed is zij ook in de Chr. Kerk doorgedrongen. Het kluizenaars- en het klooster-leven, dat de drie z.g. 3 evangelische raden van kuischheid, armoede en gehoorzaamheid volgde, werd als het eigenlijke evangelische leven en de navolging van J. C. beschouwd. Bij de Indiërs had deze leer tot achtergrond de verachting van het leven op zich zelf, bij de neo-Platonisten van het stoffelijke, zinnelijke leven; bij de Chr. asceten drong veel hiervan door, zoo niet theoretisch dan toch praktisch, in zooverre het vleesch, de stof, het natuurlijke leven als de eigenlijke zetel der zonde, zoo niet in zich zelf zondig, werd beschouwd of ten minste behandeld, en algemeen werd in de middeleeuwen de a. verdienstelijk, zoo niet over-verdienstelijk geacht. De Hervorming trad hiertegen op. Zij herstelde de rechten der natuur en wees het beginsel van het booze in den boozen wil aan, zoodat alle a. slechts bijkomstig, persoonlijk werd opgevat.

Elke vorm van ascese, mits persoonlijk gehouden, kan tot zekere hoogte bestaansrecht hebben, voor zooveel zij bestaansreden heeft als doeltreffend middel om of den persoon, die haar toepast, of anderen door hem zedelijk op te voeden. Het middel moge negatief zijn, het doel is positief. Volgens Chr. beginsel is intusschen de edelste leus: overwin het kwade door het goede (Rom. 12: 21), m. a. w. niet onthouding, maar heiliging. Vgl. Jul. Kaftan, Die Askese im Leben des evangel. Christentums, 1904.

< >