Artjadomas - in de Soendalanden (West-Java), naam van hoopen, door menschenhanden bijeengebrachte, groote steenen, waaraan men door ruwe bewerking eenigszins de gedaante van menschen of dieren heeft gegeven. De bekendste daaronder is die in het Buitenzorgsche op ongeveer 1 paal afstands van het landhuis Tji-kopo-tengah, aan den voet van den Pangrango, beschreven in de verhandel. v. h. Bataviaansch Gen. Dl. XXXIII. Artja beteekent in het Soendaneesch: beeld; domas: 800.
Volgens Pleyte (Tijdschr. v. Ind. Taal-, Land- en Volkenkunde, Dl. 51) is die plek vroeger een groot kerkhof geweest, en zijn de grof gehouwen beeldjes conterfeitsels der voorouders. Een ander A. vindt men in het gebied van de binnendorpen der Badoej’s, een aantal terrassen boven elkaar, waarvan enkele blijkbaar graven zijn. Het is het Zielenland der Badoej’s, waar eens per jaar een plechtigheid plaats heeft tot het brengen van hulde aan de geesten, (Vgl. het bovengenoemde art. van Pleyte).