Arriānus (flavius) - uit het Bithynische Nicomedia, leefde in de 2de eeuw n. C. Hij ontving in zijne geboortestad het priesterschap van Demeter en de Kore voor zijn leven, ging toen onder Traianus naar Nicopolis, waar hij de colleges van Epictetus volgde en diens ethische voordrachten overschreef. Hij werd toen officier in Rom. dienst en zag als zoodanig veel van de wereld. In 130 was hij consul suffectus, daarna consul en vervolgens stadhouder van Cappadocië.
In 147/8 te Athene, waar hij lang vertoefd en vele ambten bekleed heeft en zich tevens veel met letterkundige studiën heeft bezig gehouden. Hij is gestorven vóór 180. Behalve zijne werken over Indië, de Zwarte Zee, de jacht, de taktiek en verscheidene philosophische geschriften, bezitten wij van hem de Anabasis Alexandri Magni in 7 boeken, uitgegeven door A. G. Roos (1907), de meest nuchtere geschiedenis van Alexander’s tocht.