Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Archi

betekenis & definitie

Archi.... voorvoegsel bij saamgestelde woorden (van het Gr. archos, opperhoofd), dat aan het woord de beteekenis geeft van: opper…., eerste, hoogste; het Nederl. aarts is er aan ontleend. .... Zoo bij de Grieken archiatros, de koninklijke lijfarts, die tot de hoogste hovelingen behoorde, het eerst, naar het schijnt, aan het hof van Koning Antiochus VII en van Syrië uit door alle steden van Klein-Azië verbreid. M. Aurelius beperkte het getal der artsen, die vrijdom van belastingen genoten, tot een bepaald aantal, 6—10 archiatroi in ééne stad. Te Rome vindt men hen aan het hof eerst in de 4de eeuw; voordien droegen de keizerlijke lijfartsen den titel „medicus Augusti” en werden slechts in hun vaderland, „archiatroi” genoemd. Zie ook ARCHICEMBALO.

< >