Archegonium, vrouwelijk geslachtsorgaan van de mossen en de varenachtige planten. Het is gekenmerkt door een buik en een hals, beide voorzien van een wand, die uit een enkele laag van cellen bestaat. In den buik vindt men de eicel en de buikkanaalcel, in den hals de halskanaalcellen.
Wanneer het archegonium rijp is, verslijmen de kanaalcellen, de hals opent zich en de mannelijke geslachtscellen kunnen binnendringen tot in de eicel. Bij de hoogere planten vindt men — vooral bij de Gymnospermen — gereduceerde archegoniën. -