Antipoden - 1) (plantk.). In den kiemzak van de Angiospermen liggen gewoonlijk drie cellen aan den kant van het poortje afgekeerd, die den naam van a. dragen. Na de bevruchting worden zij verdrongen door het zich ontwikkelende endosperm. Enkele Piperaceae hebben veel meer a., terwijl zij bij andere planten gereduceerd kunnen zijn en zelfs geheel kunnen ontbreken, b.v. bij de Teunisbloemen (Oenothera). — 2) (aardrijksk.), zieTEGENVOETERS.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk