Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Antipoden

betekenis & definitie

Antipoden - 1) (plantk.). In den kiemzak van de Angiospermen liggen gewoonlijk drie cellen aan den kant van het poortje afgekeerd, die den naam van a. dragen. Na de bevruchting worden zij verdrongen door het zich ontwikkelende endosperm. Enkele Piperaceae hebben veel meer a., terwijl zij bij andere planten gereduceerd kunnen zijn en zelfs geheel kunnen ontbreken, b.v. bij de Teunisbloemen (Oenothera). — 2) (aardrijksk.), zieTEGENVOETERS.

< >