Andronicus (byzantijnsche keizers) - naam van een aantal Byzantijnsche Keizers.
Andronicus I Comnenus, regeerde van 1183 tot 1185; hij maakte zich meester van de regeering door het vermoorden van Alexius II en diens moeder, nagelaten betrekkingen van Keizer Manuel I; zijn regeering was een aaneenschakeling van wreedheden en misdaden; 1185 werd hij zelf door Izaak Angelus vermoord. Hij was de laatste der Comnenen, die te Konstantinopelregeerde.
Andronicus II Paleologus, geb. 1260, zoon van Keizer Michaël VIII; hij kwam 1282 aan de regeering. Hij bracht tegen de in Klein-Azië steeds verder hun gebied uitbreidende Turken een leger, bestaande uit Catalonische huurlingen, op de been, die aanvankelijk met goeden uitslag streden, doch ten slotte aan het muiten sloegen, naar den vijand overliepen en in bondgenootschap met dezen bezit namen van Thracië en Macedonië; zijn ijveren, om elke vereeniging tusschen Grieken en Latijnen onmogelijk te maken, leidde tot bloedige burgeroorlogen; 1328 werd hij door zijn kleinzoon, A. III, van den troon gestooten; hij stierf in 1332 in een klooster.
Andronicus III Paleologus, de Jongere, zoon van Keizer Michaël IX Paleologus, kleinzoon van Andronicus II; in 1321 kreeg hij deel in de regeering en verdrong in 1328 zijn grootvader; hij voerde een lange reeks oorlogen tegen de Serviërs, de Bulgaren en de Turken, waardoor de verwarring in zijn gebied steeds verergerde, terwijl dit zelf steeds meer inkromp. Hij stierf in 1341 en liet een minderjarigen zoon na, Johannes V.
Andronicus IV Paleologus, zoon van Johannes V, kleinzoon van den vorige; ontevreden over het besluit zijns vaders, om ook zijn jongeren broeder aandeel in de regeering te geven, smeedde hij een samenzwering, waarin ook de zoon van den Turkschen Sultan Moerad I was betrokken; een aanslag, die ten doel had Johannes V van den troon te verdrijven, mislukte en A. werd in 1376 van het gezicht beroofd en gekerkerd. Hij werd echter door de zijnen vader vijandige Genueezen bevrijd en maakte zich in 1376 meester van Konstantinopel, nam zijn vader gevangen en besteeg in Oct. van dat jaar als A. IV den troon; Johannes V, zijn gevangenis ontkomen, verdreef hem in Juni 1379 weder. Tusschen vader en zoon kwam in 1381 een verdrag tot stand, bepalende, dat A. erfgenaam van den troon zou worden en intusschen over een klein gebied in Thracië, met Selymbria tot residentie, zou regeeren. A. stierf echter nog tijdens het leven zijns vaders in 1385.