Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Anaesthesie

betekenis & definitie

Anaesthesie - Toestand, waarbij prikkels, die anders door middel der zintuigen worden overgebracht, niet tot gewaarwording komen. Volledige a. bestaat tijdens een diepe narcose. De uitdrukking wordt echter ook gebruikt om plaatselijke toestanden aan te duiden, b.v. A. van een been: prikkels, die het been treffen, komen niet tot gewaarwording. Anaesthetische plekken op de huid; plaatsen van de huid, waar aanraking, prikken met een speld, enz. niet wordt gevoeld.

De A. kan plaatselijk zijn en bovendien slechts op enkele qualiteiten der gewaarwording betrekking hebben; zoo kan b.v. het gevoel voor aanraking verdwenen zijn, terwijl dat voor pijn behouden is gebleven. Ook voor de hoogere zintuigen wordt het woord gebruikt: A. van den reuk, niet waarnemen van de reukprikkels. Het vaststellen van A„ vooral met betrekking tot de huid, is van veel belang voor het stellen van diagnoses bij zenuwlijden. Dikwijls ontdekt men scherp begrensde anaesthetische plekken op de huid, waarvan de patiënt het bestaan nooit had opgemerkt. Is op zoo’n plek de A. volkomen, dan kan men daar een naald in de huid steken, zonder dat de patiënt het bespeurt. Aan het bestaan van dergelijke gevoellooze plekken heeft men te denken bij het lezen van verhalen, die vooral uit vroegere tijden tot ons zijn gekomen, omtrent personen, die zichzelf letsel toebrachten zonder daarvan eenige pijn te ondervinden. De oorzaak der A. kan zeer verschillend zijn: de uiteinden van de betreffende zenuw kunnen ziek zijn en het vermogen hebben verloren om den prikkel op te nemen. Maar het kan ook zijn, dat de prikkel wel wordt opgenomen en aanvankelijk wordt voortgeleid: is de geleiding ergens onderbroken, dan komt de prikkel toch niet tot bewustzijn.

Deze onderbreking kan in de zenuw zelf, doch ook in het ruggemerg of de hersenen plaats hebben. Er behoeft echter volstrekt niet altijd een organische afwijking te bestaan, bij hysterie, waar A. veelvuldig voorkomt, is er geen sprake van een anatomisch defect. Langs kunstmatigen weg kan men kleinere of grootere deelen van het lichaam volkomen ongevoelig maken. Het is daardoor dikwijls mogelijk om operaties zonder algemeene narcose uit te voeren. Om A. te bereiken, kan men de zenuwuiteinden aan zeer lage temperatuur blootstellen (bevriezen). Dit geschiedt meestal door een zeer dunnen straal aethylchloride op de gevoelloos te maken plek te spuiten: door de snelle verdamping van de vloeistof ontstaat de gewenschte lage temperatuur. De toepassing is vrijwel beperkt tot zeer kleine, kortdurende kunstbewerkingen, op de huid betrekking hebbende. Meestal berust de kunstmatige A. op scheikundige werkingen.

Zoo brengt men, om A. te bereiken, de zenuwuiteinden in aanraking met stoffen (anaesthetica), die de zenuwen verdooven. Voor vele slijmvliezen kan dit op eenvoudige wijze bereikt worden door een oplossing van het verdoovend middel op het slijmvlies te brengen. Penseelen van neus- of keelholte met cocaïne-oplossing maakt deze deelen tijdelijk ongevoelig. Voor de huid bereikt men met deze methode niets, omdat het verdoovend middel door de huid niet wordt geresorbeerd. Men komt dan tot zijn doel door de stof in de huid of onder de huid in te spuiten. Ook andere weefsels kan men op deze wijze gevoelloos maken. Gewoonlijk volgt men hierbij een methode, die door Schleich is aangegeven (infiltratieanaesthesie). Men gebruikt, zeer verdunde cocaïneoplossingen; hiervan spuit men veel in, zoodat het geheele weefsel met de gevoelloos makende stof is gedrenkt.

Het voordeel van de methode bestaat hierin, dat men, niettegenstaande de groote hoeveelheden vloeistof, toch met een betrekkelijk geringe hoeveelheid van het anaestheticum zijn doel bereikt en daardoor het gevaar van vergiftiging voorkomt. Intusschcn kan deze infiltratie-A. niet altijd toegepast worden, o.a. niet, wanneer de weefsels sterk ontstoken zijn. Gevoelloosheid kan echter ook nog langs anderen weg verkregen worden. Men kan n.l. het verdoovend middel inspuiten rondom de zenuwstammen, waarvan de uiteinden in het operatiegebied voorkomen. Daardoor wordt in deze zenuwen de voortgeleiding van de prikkels onderbroken: er ontstaat weer A. (regionaire A.). In deelen van het lichaam, die men kan „afbinden” kan A. opgewekt worden door dit deel, nadat men het zooveel mogelijk bloedvrij heeft gemaakt, aan beide zijden te omsnoeren en vervolgens in een bloedvat de verdoovende stof in te spuiten. Het geheele omsnoerde gebied wordt dan anaesthetisch. Van deze verschillende methoden voor lokale A. wordt voor de uitvoering van kleine operaties (ook in de tandheelkunde: gevoelloos trekken) en ook voor grootere operaties aan de ledematen herhaaldelijk gebruik gemaakt. Over de wenschelijkheid om de methode ook toe te passen bij grootere buikoperaties zijn de meeningen van de chirurgen verdeeld.

Tegenover de narcose heeft de methode het voordeel, dat zij op zichzelf volkomen ongevaarlijk is, maar de gelegenheid om bij buikoperaties de geheele buikholte goed te kunnen onderzoeken is minder gunstig: de chirurg heeft minder vrijheid van beweging. Bovendien is de kans op een zoogenaamde „shock” grooter. Maar de voor- en nadeelen van de lokale A. tegenover de algemeene narcose zijn niet in cijfers uit te drukken. Welke vormen van verdooving gekozen zal worden, hangt dus ook af van de persoonlijke waardeering van het pro en contra door den chirurg. Minder onschuldig is de z.g. ruggemergs-A., waarbij men de verdoovende oplossing inhet wervelkanaalinspuit, zoodanig, dat zij het ruggemerg omspoelt.

Ook hier berust de werking op onderbreking van de geleiding. Door deze A. kan men gevoelloosheid verkrijgen van beide beenen en van de organen in den onderbuik gelegen; zij wordt veel bij gynaecologische operaties toegepast. De mogelijkheid bestaat, dat de A. verder voortschrijdt, waardoor de ademhalingsspieren verlamd worden: hierin schuilt het gevaar van de methode. Tegenover de algemeene narcose heeft de ruggemergs-A. het voordeel, dat in den regel geen langdurige onaangename bijwerkingen bestaan, terwijl zij bovendien toegepast kan worden in vele gevallen, waarbij de toestand van den patiënt een algemeene narcose ongewenscht maakt.

< >